afb. Jan Verhoeff
Gemeentehuis, Markt 1, in de voorgevel, rechts naast het bordesafmetingen: 200 x 100 cmmateriaal: natuursteen datering: 1918 maker: onbekend Dit is een herdenkingsplaquette met lineaire plantmotieven die na de Eerste Wereldoorlog werd geschonken aan de gemeente 's-Hertogenbosch door de Belgische vluchtelingen die tijdens de oorlog in 's-Hertogenbosch verbleven. | 37 |
Vandaag, 28 juni 1984, is het precies zeventig jaar geleden, dat de Serviër Princip de troonopvolger van het Oostenrijkse keizerrijk, aartshertog Frans-Ferdinand, samen met zijn echtgenote te Serajevo neerschoot. Deze moord wordt beschouwd als de rechtstreekse aanleiding tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Ons land werd hierbij niet rechtstreeks betrokken en kon zijn neutraliteit handhaven. Toch waren de gevolgen ook in Nederland merkbaar. Toen op 31 juni 1914 bleek dat er geen twijfel meer bestond aan mobilisatiemaatregelen in Frankrijk en Duitsland, ging men ook in ons land over tot mobilisatie van land- en zeemacht. Dit hield verband met de strikte neutraliteitpolitiek van de regering. Wie van de strijdende partijen ook ons grondgebied zou schenden, kon rekenen op gewapend verzet.
Op 4 augustus overschreden Duitse troepen de grenzen van het eveneens neutrale België. In de eerste helft van augustus werden daarom de troepen in Noord-Brabant versterkt en werd het hoofdkwartier van het veldleger in Den Bosch gevestigd. Een ander gevolg was de distributie van levensmiddelen en brandstoffen.
In België sloegen honderdduizend burgers op de vlucht voor de oorlogsverschrikkingen. Velen vluchtten naar het Noorden. Vooral nadat de belegering van Antwerpen begonnen was, kwam er op 7 oktober 1914 een ware volksverhuizing op gang. Deze honderdduizenden vluchtelingen moesten opgevangen worden en in heel Nederland werden in allerijl steuncomité's opgericht.
Ook Den Bosch werd overstroomd door vluchtelingen. Het spreekt vanzelf, dat het steuncomité voor Belgische vluchtelingen de gelden niet had om de vluchtelingen van voedsel en onderdak te voorzien. Hoewel door particulier initiatief fondsen bijeen werden gebracht, was dit lang niet voldoende. De gemeente moest het geld voorschieten, dat later door de rijksoverheid terugbetaald zou worden.
Op 13 oktober werd een extra gemeenteraadsvergadering bijeengeroepen om een beslissing hierover te nemen. Hoewel sommigen niet overtuigd waren van het terugbetalen door het rijk, werd besloten het steuncomité een bedrag te betalen van ten hoogste tienduizend gulden. Op 29 oktober bleek al dat dt bedrag niet voldoende was en werd het krediet verhoogd tot twintigduizend gulden. Hoewel veel vluchtelingen passanten waren (in het pand Wolvenhoek 11 werd een Passantenhuis ingericht) bleek een regelmatige verhoging van het krediet noodzakelijk.
Hoeveel Belgische vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog in Den Bosch verbleven is niet precies te achterhalen; het zou een dieper onderzoek vergen dan in het kader van dit artikeltje mogelijk is. Het Bossche Bevolkingsregister 'vreemdelingen 1914-1918' alleen meldt al zo'n 2700 Belgen die in Den Bosch werden opgenomen.
Na afloop van de Wereldoorlog hebben de gedurende deze strijd in Den Bosch verblijvende Belgische vluchtelingen de stad een herdenkingsplaquette geschonken, die gebeiteld werd in de voorgevel van het stadhuis, ter rechterzijde van het bordes. Op zaterdag 14 december werd deze plechtig overgedragen op het stadhuis, als dankbare herinnering aan het verblijf van de vluchtelingen in onze stad.
|
1984 |
Henny MolhuysenOe gotte kčk daor : GedenksteenBrabants Dagblad donderdag 28 juni 1984 (foto) |
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 242-243